Een stappenplan naar een groene tuin.
In de wijk Molenzicht is menig tuin 100 procent grijs. Strakke opritten, weinig onderhoud en veel plek om je auto en fiets te parkeren. Daardoor valt de tuin van Klimaatambassadeur Suzanne Vrinte éxtra op. De zonnebloemen reiken tot de hemel en een Putter knabbelt tevreden aan de zonnepitten. Wat levert zo’n groene tuin haar én de straat op en wat kun je zelf doen om ook zo’n tuin te krijgen?
Suzanne Vrinte is in 2022 klimaatambassadeur geworden van het Klimaat Actief Rivierenland (KAR), een regionaal initiatief waarbij gemeenten samenwerken met als doel om mensen voor te bereiden op het veranderende klimaat. Als klimaatambassadeur zet Suzanne zich vrijwillig in om kennis te verspreiden en een inspiratie te zijn om zich voor te bereiden op het veranderende klimaat. We vragen aan haar: hoe krijg ik ook zo’n levende tuin?
Stap 1: verwijder tegels en vergroot de kwaliteit van de grond
“Toen we hier twee jaar geleden kwamen wonen was alles helemaal betegeld, echt 100 procent. Mijn handen jeukten toen ik dat zag. Want op onze eigen vierkante meters wil ik graag een duurzame impact maken. We begonnen met het verwijderen van de tegels. Vervolgens moesten we aan de slag met de kwaliteit van de grond. We konden ervoor kiezen om al het zand onder tegels weg te scheppen, maar dat hebben we niet gedaan. We hebben 2 à 3 kuub compost van BioKultura verspreid en een flink aantal regenwormen uitgezet: zij zijn continue aan het werk om de bodem te verbeteren door vergane plantenresten de grond in te werken. Inmiddels is de bodem vol leven, en dat zie je ook boven de grond terug: ik heb al talloze bijzondere insecten en vlinders gespot!”
Stap 2: ga aan de slag met zaden
“Je hoeft niet het hele tuincentrum leeg te kopen voor € 12.95 per plantje. Dan wordt het best duur om je tuin te vergroenen. Je kunt dan wel het snelste genieten van een mooie tuin, maar de kwaliteit van opgekweekte planten laat soms te wensen over. Ze zijn vaak grootgebracht als ‘plofplant’, met veel kunstmatige voeding en warmte, en daarom helemaal niet zo geschikt om het echte buitenleven aan te kunnen. Daarom raad ik mensen vaak aan om aan de slag te gaan met zaden. Ze zijn goedkoop, maar dat niet alleen: als je zelf zaait ontwikkelt zich van jongs af aan een sterke plant die aangepast is aan de omstandigheden van jouw tuin – schaduw, zon, type grond…. En dat geeft een robuustere kwaliteit die zich vertaalt in planten die het echt uithouden bij jou in de tuin. En laat bloemen die het goed in je tuin doen, zich maar lekker uitzaaien, zo groeien er na een paar jaar echt planten in je tuin die perfect bij de omstandigheden passen.”
Stap 3: plant bloembollen
“Om ook vroeg in het voorjaar bijen wat lekkers te bieden zijn voorjaarsbloeiers een goed idee. Kies bijvoorbeeld bloembollen. En het liefste biologische bloembollen: die zijn niet bespoten. Wist je dat de gangbare (dus niet-biologische) bollenteelt de meest bespoten landbouwsector in Nederland is? Je doet bijen echt geen plezier met gifstoffen in hun voedsel – daar leggen ze het loodje van! En kies eens niet voor de klassieke tulp, die warme zomers en koude winters nodig heeft om het meerdere jaren uit te houden. Bolletjes zoals narcissen en blauwe druifjes maar bijvoorbeeld ook prachtige blauwe Scilla’s of sneeuwklokjes kunnen zich heel goed op eigen kracht vermeerderen, en daar heb je dus jaar na jaar plezier van. Je trekt er op langere termijn ook meer biodiversiteit mee aan.”
Stap 4: geduld
“Wist je dat het zo’n zeven jaar duurt voor je een volledig ‘gezonde’ tuin hebt waar een goed functionerend ecosysteem zichzelf in stand houdt? We moeten ervan af dat we instant resultaat verwachten: de natuur heeft geen haast, waarom wij wel? Dat geldt op meerdere vlakken in het leven ja… Dat ik nu, na twee jaar, al Putters, Groenlingen, een kikker, een pad én een terugkerende egel in m’n tuin heb vind ik al een fantastisch en snel resultaat.”
Stap 5: onderhoud
“Nu komt het gedeelte dat veel mensen afschrikt of denken niet kunnen: het onderhoud. Het mooie van een natuurlijke tuin is dat het uiteindelijk zichzelf in stand houdt. Een strak gazonnetje vergt inderdaad veel onderhoud, maar is ook in feite zo levenloos als wat. Een stuk tuin waar de natuur zijn gang gaat komt vanzelf tot leven. Laat uitgebloeide planten staan: zaden zijn wintervoer voor vogels én je kunt volgend jaar weer genieten. Bijvoorbeeld mijn zonnebloemen: die trekken nu dus tientallen Putters, maar ik hoef ze nooit meer opnieuw te zaaien: wat de vogels laten vallen vormt weer gezonde nieuwe zaailingen.”
Stap 6: geniet
“Dit is het leukste gedeelte. Genieten van je koele tuin vol flora en fauna. Want een groene tuin is significant koeler dan een betegelde tuin. En met die hete zomers is dat vaak welkom. Ook zorgt de schaduw van een heester of een boompje dat op je ramen valt ervoor dat er minder warmte het huis binnenkomt. Het meest geniet ik van mijn kinderen die opgroeien met groen om hen heen. Het is bewezen dat alleen al kijken naar natuur de mens echt gelukkiger maakt: dat wordt bijvoorbeeld al in ziekenhuizen toegepast in binnentuinen.”
Stap 7: inspireer
“Inspireer je omgeving. En dat gaat vanzelf. Ik krijg al regelmatig positieve opmerkingen van mensen die voorbij lopen. Wat nog beter zou zijn voor de biodiversiteit is als je een groene slinger krijgt van bewoners met een groene tuin. Dat noemen ze een corridor, of ecologische verbindingszone.”
Doe mee met de langste plant van Nederland challenge.
Dan nu: aan de slag!
Is het voor jou nu niet het moment deze stappen uit te voeren? Begin dan klein, want elke stap helpt. Kleine tips op een rij:
- Bouw een egelhuis (kijk voor tips op natuurmonumenten.nl)
- Installeer een regenton, het is niet moeilijk!
- Hang in de winter vetbolletjes of vogelvoer op.
- Haal één tegel of 1 m2 tegel uit je tuin: vaak wil iemand je tegels best nog hebben, zet ze op marktplaats!
- Maak een klein watertje in je tuin, goed voor het ecologisch evenwicht en je trekt er al snel vogels en amfibieën mee aan.
- Plant deze herfst (liefst biologische) bloembollen: een feest voor mens en dier in het voorjaar.